Al decennia lang worden er verhitte discussies gevoerd over de zin of onzin van het gebruiken van voedingssupplementen. Het enige waar men het over eens kan worden is het feit dat voedingssupplementen geen vervanging van evenwichtige en volwaardige voeding zijn.

Op het internet, bij de reformwinkel, bij de drogisterij maar ook in de supermarkt kom je vitamines en mineralen tegen in alle soorten, maten en vooral ook prijzen. Goedkoper kan discutabel zijn en duurder is niet altijd beter.

Onze voeding

Vaak wordt gesteld dat als je gezond en gevarieerd eet, er geen reden is om voedingssupplementen te nemen. De vraag is of dat wel juist is.

Laten we eens de landbouw bekijken. De bodem is ondertussen enorm uitgeput; er is in de Westerse bodem bijvoorbeeld geen Selenium meer te vinden. Ondanks dat de aarde met kunstmest bewerkt wordt, bevinden zich er nog maar weinig voedingsstoffen in die opgenomen worden door de groenten die erop gekweekt worden.

Ook het gebruik van bestrijdingsmiddelen beïnvloedt de voedingswaarde van voedsel, zowel direct als indirect. De toepassing van herbiciden, pesticiden en fungiciden tijdens de groei en de opslag stelt boeren, winkeliers en uiteindelijk ook de consument in staat om langdurige opslag van plantaardige producten te bewerkstelligen, hetgeen niet ten goede komt aan de voedingswaarde ervan.

Eén van de andere oorzaken dat er minder mineralen in onze voeding zitten, is massaproductie. Daarbij is de hoeveelheid belangrijker dan de kwaliteit. Zo wordt de meeste sla die in de supermarkt te koop is, op hydrocultuur gekweekt (in water) en komt deze groente niet eens meer met de grond in aanraking.

Tel daar de milieuverontreiniging en stralingsschade bij op en dan is de conclusie dat onze groenten niet meer zoveel voedingsstoffen bevatten en gezond zijn als vroeger vrij snel getrokken.

Wetenschappelijk bewijs

De Britse chemici R.A. McCance en E.M. Widowson publiceerden in 1940 de eerste versie van “The Chemical Composition of Food” voor de Medical Research Council. Men wilde de samenstelling van voeding in kaart brengen ter ondersteuning van adviezen door diëtisten. Dit onderzoek is sindsdien 7 maal herhaald, de laatste maal in 2015. De meest recente publicaties zijn te vinden via de website van Public Health England onder de naam “The Composition of Foods Integrated Dataset (CoFID)”.

Deze resultaten leveren een somber beeld op van de sterk afnemende voedingswaarde van groente, fruit en zelfs vlees gedurende de afgelopen negentig jaar. Uiteraard zijn de analytische methoden in die tijd veranderd. De analyses van toen namen meer tijd in beslag, maar ze waren volgens de auteurs niet minder nauwkeurig dan de moderne, geautomatiseerde analysemethoden.

De onderzoekers analyseerden 3291 verschillende voedingsmiddelen, die allen ondergebracht zijn in een uitgebreide dataset en een meermaals uitgebracht boek onder dezelfde naam. In de volgende tabel zie je een aantal voorbeelden van de meest extreme reducties in mineraalgehalte (gemeten als mg per 100 gram).

Voedingsmiddel

Verlies

Wortelen

75% minder magnesium, 48% minder calcium

Broccoli (gekookt)

46% minder ijzer en 75% minder koper

Bosui

74% minder calcium

Spinazie (gekookt)

60% minder ijzer en 96% minder koper

Koolraap

71% minder ijzer

Waterkers

93% minder koper

Aardappels

30% minder magnesium, 35% minder calcium, 45% minder ijzer en 47% minder koper

Alle soorten vlees

41% minder calcium en 54% minder ijzer

Alle soorten fruit

27% minder zink

Appels en sinaasappels

67% minder ijzer

Zoals je kunt zien moet je ondertussen meer dan 10 tomaten eten om dezelfde hoeveelheid koper binnen te krijgen als uit één tomaat in 1940, of drie sinaasappels om dezelfde hoeveelheid ijzer binnen te krijgen als negentig jaar eerder.

Zelfs de overheid erkent nu de tekorten in ons voedingspatroon. In februari 2016 werd, na de Europese conferentie in Amsterdam en het maken van afspraken tussen EU-lidstaten en bedrijven, de “Roadmap for Action on Food Product Improvement” uitgebracht. Deze roadmap moet leiden tot gezondere voeding in de Europese Unie.

Enkele adviezen zijn: Gezonde gewoontes moeten actief gestimuleerd worden en de voeding zal minder zout, verzadigde vetzuren en suikers moeten gaan bevatten.

Het eetpatroon van de meeste Nederlanders voldoet niet aan de normen volgens de Voedingswijzer.

Maar wie eet er nu werkelijk gezond en volgens de ‘schijf van 5’? Dit blijkt slechts 2% van de Nederlandse bevolking te zijn. Maar ook als we die norm wél zouden halen, krijgen we nog steeds niet de benodigde hoeveelheid microvoedingsstoffen binnen. Daarnaast is er gerede twijfel, zeker vanuit orthomoleculair opzicht, aan de waarde van de schijf van vijf. Maar daarover meer in een ander blog.

De huidige voedingskwaliteit

Door verwerking in de voedingsindustrie verdwijnt een groot gedeelte van de benodigde vitaminen en mineralen die we nodig hebben uit ons voedsel voordat het ons bereikt. 

Het huidige Westerse eetpatroon is helaas een afspiegeling van wat de voedingsindustrie ons in de media opdringt: kant-en-klare maaltijden, voorgekookt voedsel en een overdaad aan snacks die teveel suiker, verkeerde vetten en lege calorieën bevatten. Er wordt veel geïnvesteerd in marketing van snelle en makkelijke voeding en veel mensen hebben geen tijd (of zin/ puf) meer om complete, evenwichtige maaltijden te bereiden. De opmars van de snelle, maar ongezonde hap is door gebrek aan voorlichting en agressieve marketing door de voedingsindustrie onomkeerbaar. 

Erger nog, op verpakkingen staan allerlei gezond lijkende slogans, zoals: verrijkt met gezonde vetten, vitaminen, calcium, cholesterolverlagende stoffen of geen toegevoegde suikers. Deze gezondheidsclaims zijn misleidend en vaak ook nog eens onjuist.

Voorverpakte en kant-en-klaar producten worden vaak verhit boven 48,3 graden waardoor alle enzymen zijn vernietigd. Ze worden ontdaan van zoveel mogelijk vitamines, mineralen en andere leven schenkende stoffen om ze langer houdbaar te maken. Om je toch nog de illusie te geven dat het hier om voeding gaat worden kleur, smaak en zoetstoffen in royale mate toegevoegd. Stoffen waarvan sommigen onschuldig zijn maar weer anderen een regelrechte bedreiging vormen voor de korte en lange termijn gezondheid.

De overheid

De overheid zou een nog belangrijkere positie kunnen innemen als het gaat om gezonde voeding.

Helaas heeft de farmaceutische industrie een enorm marktaandeel in de voedingsindustrie en is niet gebaat bij goedkope oplossingen voor de gezondheid middels goede voeding en/ of supplementen.

Tevens is het verdienmodel van de farmaceutische industrie te groot om te kunnen negeren.

Maar gelukkig blijkt uit onderzoeken van de Stichting Orthomoleculaire Educatie (SOE), het Ministerie van VWS en TNO dat: 

  •  een zogenaamd evenwichtige voeding niet langer voldoende vitaminen en mineralen bevat om ons lichaam gezond te houden en optimaal te laten functioneren; 
  •  bij alle bevolkingsgroepen, dus ook bij de gezond geachte mannen en vrouwen tussen de 25 en 55 jaar, toenemende tekorten aan de vitamines A en D, calcium, ijzer, zink, magnesium, selenium en koper is ontstaan. Daarnaast blijkt dat ook de inname van de vitamines B1, B2 en foliumzuur onvoldoende is.

Conclusie

Eén van de belangrijkste redenen om voedingssupplementen te gebruiken is omdat onze voeding niet meer dezelfde vitaminen en mineralen bevat als vroeger. Dus zelfs als je een gezond  voedingspatroon hebt kun je tekorten oplopen. Ons voedsel is bij lange na niet meer zo rijk aan vitaminen en mineralen dan negentig jaar geleden.

Ik ben een groot voorstander van een aantal basissupplementen. Uiteraard is enige kennis van welk supplement je aanschaft wel een vereiste. De éne visolie is de andere niet en vitamine D3 kun je te hoog doseren. Daarnaast kunnen voedingssupplementen de werking van geneesmiddelen zowel versterken als verzwakken. Ze kunnen ook van invloed zijn op de opname van geneesmiddelen, zowel in positieve als negatieve zin. Soms kan een voedingssupplement beter niet worden gecombineerd met een bepaald medicijn. 

Mijn advies is dan ook:

 

Neem geen risico!

Kennis van ziekten, kennis van voeding en kennis van voedingssupplementen zijn noodzakelijk om supplementen op een juiste, veilige en adequate manier in te zetten.